Club Voorstelling

Volgende tekst schreef Simonne Anthierens, Ere-voorzitster van de “Aarschotse Kantclub De Vlasblomme”, over kant, zijn geschiedenis en onze kantclub. Dit met de bedoeling deze de ruimte in te sturen met het programma “Hartelijke groeten aan iedereen” onlangs op de tv zender “één”. Dit gebeurde echter net niet, maar het geeft alles prachtig weer in een aangename informatieve tekst.

Kant waar België groot in is

Als medestichtster, gedurende 21 jaar voorzitster en nu fiere ere-voorzitster van de inmiddels 30 jaar bestaande Aarschotse Kantclub “DE VLASBLOMME” vzw. vind ik dat het kantklossen zeker niet mag ontbreken aan de teksten en beelden die de ruimte ingestuurd worden om België te promoten aan eventueel bestaande buitenaardse wezens.

Kant is zeker een van de oudste en tevens voornaamste ambachten die hun oorsprong in België vond. Kant werd vooral gekocht en gedragen door koningen, koninginnen, edellieden, hofhouding en burgers van hoge stand. Hun kledij werd opgesmukt met de sierlijkste kantwerken, raagfijn, werk van jaren. Gemaakt door thuiswerkende dames, kinderen en proletariërs, die van ‘s morgens tot ‘s avonds in heel armoedige omstandigheden werkten voor een hongerloon. In kleine donkere werkmanshuisjes, met als verlichting, een kaars die door een glazen waterbol scheen. Kant werd en wordt nog steeds, niet alleen gebruikt in de kledij maar ook aan tafel- en bedlinnen, gordijnen, enz…. Hiervan getuigen de talrijke schilderijen dat kant niet weg te denken was uit het modebeeld. Grote vlaamse meesters in de schilderkunst vereeuwigden de met kantpronkende dames, heren en kinderen.

Wat is kant?

Kant is een op zichzelf bestaand, opengewerkt weefsel, door de kantwerkster vervaardigd, door middel van op klossen gewonden garen, op een speciaal kussen en met spelden vastgehecht (kloskant) of met naald en draad op een patroon (naaldkant).Kant is geen plotse uitvinding maar een evolutie uit handwerktechnieken die reeds een duidelijke verwantschap vertoonden.Kant roept een nostalgische sfeer op. Het ritmisch getik van de klosjes op het kussen en het resultaat van het kantkunstwerk geeft de kantklosster een niet te omschrijven gevoel van rust en fierheid over het bekomen resultaat. Het is een streven naar harmonische schoonheid. De term “kant” refereert naar de plaats in het linnen waar hij voor het eerst gebruikt werd : de rand van de stof. Dentelle (frans) en spitze (duits) wijzen naar de getande rand.De vormgeving van de kant wordt nog steeds beïnvloed door de stijl van de tijd die op zijn beurt een impuls geeft aan de mode.

Een beetje geschiedenis

Kant zou ontstaan zijn halfweg de 16e eeuw en Vlaanderen zou aan de basis liggen van de kloskant.Vlaamse kantwerksters werden aangeworven voor Saksen in Duitsland en Senlis in Frankrijk om kantonderwijs te geven.In 1590 werd aan de jonge meisjes verboden om kantwerk te maken omdat er geen dienstpersoneel meer te vinden was.De kant werd vrij vlug een echte nijverheid die voor de economie in Vlaanderen belangrijk was.In de middeleeuwen speelde Brugge een heel belangrijke rol als industrie en handelscentrum.Keizer Karel beval het aanleren van kant in de scholen en in 1717 werden de eerste kantscholen opgericht.Voor de 18e eeuw spreekt men vooral van “Oudvlaamse kant”Vanaf de 18e eeuw ontwikkelden de verschillende kantcentra hun eigen techniek. De plaats van de centra waar de kantsoort wordt gemaakt gebruikt men vaak als aanduiding van de soort. Zo spreekt men van Brugse Kant – Mechelse kant – Vlaanderse – Turnhoutse – Brusselse Duchesse – Binche – Geraardsbergse- Antwerpse Pottekant – Zeelse – Lierse, enz..In Engeland en Frankrijk werd voornamelijk Vlaamse kant gekocht. Van 1820 tot 1836 werd massaal kant gesmokkeld met honden die de kant over de grens brachten. 40.278 honden werden afgeschoten. Er werd een premie van 3 fr per hond uitgeloofd. Bij het in beslag nemen van een schip op weg naar Engeland vond men 744 el kant.In 1768 vond Hammond de machine uit om kant mechanisch te maken.Einde van de 18e eeuw zien we de kantnijverheid achteruit gaan.De franse revolutie gaf de genadeslag. Geen kant meer aan de kleding en door het machinaal maken van kant kwam stilaan de kantnijverheid in verval. In 1830 had te Brussel een kanttentoonstelling plaats. Brugge stond aan de spits met het aantal deelnemers en had ook de meeste kantscholen.In 1833 werd de katoendraad ingevoerd die de ragfijne vlasdraad verving. Naar het einde van de 19e eeuw verminderde de productie, de lagere prijs van de machinale kant en het feit dat de meisjes een hoger loon kregen in de fabrieken waren daar niet vreemd aan.In 1902 waren er in België 47.620 kantwerksters waarvan 71% in Brugge. In 1911 werd de eerste kantnormaalschool opgericht die in 1959 gesloten werd.In het jaar 1920 begon de economische wereldcrisis. De kantnijverheid werd er het eerst door getroffen, in 1921-22 ook de scholen. Na wereldoorlog II verdween het kantwerken voorgoed als nijverheid maar hierdoor werden voor de kant nieuwe perspectieven geopend.

De dames die hun diploma van kantregentes behaald hadden in de inmiddels in 1956 gesloten kantnomaalschool van de Zusters van de H. Jozef te Brugge gaven nu les. De gekende technieken uit de verschillende kantsoorten werden nu verwerkt in unieke, originele en kunstzinnige kantwerken. Al snel zag men in dat er eigenlijk een gemis was aan kantleraressen en wilde men het zo gewaardeerde kunstambacht niet laten verloren gaan. In 1962 organiseerde het Instituut H. Familie (Zusters Maricolen) te Brugge een cursus voor pedagogisch gediplomeerde kantleraressen. In 1964 werd een werkgroep “moderne kant” opgericht. In 1972 starte men de kursus monitrice in het kantcentrum te Brugge. Heden ten dage studeren nog verschillende kantmonitrices af. 1958-59 betekende het einde van de kantnormaalschool, maar intussen waren de oud-leerlingen verspreid over het land en bliezen zij de kantnijverheid weer nieuw leven in. De belangstelling voor alles wat met kant te maken had is plots weer gestegen. De kantwerksters begonnen her en der voor eigen plezier te werken en zo werd de kant als kunstambacht terug beoefend en ontstonden vele kantclubs- verenigingen of groeperingen waar men tijdens bijeenkomsten verschillende kantsoorten leerde tekenen, klossen en zelf ontwerpen.Sedert een aantal jaren is er een echte heropstanding van de kant, doch als kunstambacht.Zowel de talrijke traditionele kantsoorten worden gemaakt maar tevens ook de figuratieve en non-figuratieve werken kennen als kunst een echt hoogtepunt. Er werden stilaan tentoonstellingen en wedstrijden georganiseerd waar heel wat buitenlanders vol enthousiasme aan deelnamen : zo kent men de tweejaarlijkse Internationale Kantbiënale voor Hedendaagse kant – Grote prijs Koningin Fabiola waarvan reeds verschillende edities gehouden werden. Zowel figuratieve als non-figuratieve uitvoeringen krijgen op het ogenblik alle aandacht, worden wereldwijd tentoongesteld en winnen verschillende prijzen.

Voorstelling van de club

Voorstelling van “De Aarschotse Kantclub DE VLASBLOMME” vzw.
Ook Aarschot had een kantschool van 1809 tot 1896. Eerst in Wezemaal en daarna in “Het konvent van de Zusters van Liefde” in het St Niklaas klooster te Aarschot.De begijnen uit het begijnhof dreven een uitgebreide handel in kantwerken. De Aarschotse kant werd voor het merendeel uitgevoerd naar Engeland via Antwerpen.Over de soort, de techniek en de kwaliteit zijn helaas geen gegevens beschikbaar.

Onder impuls van de Aarschotse Koninklijke Kring voor Heemkunde wordt in 1977 een cursus kantklossen georganiseerd door de heer René Brabants met mevrouw Liesje Matheus als lesgeefster. Er was zoveel belangstelling dat er onmiddellijk een 2de cursus volgde. 30 dames en de heer Brabants die de initiatie cursus gevolgd hadden verenigden zich in 1978 en de “Aarschotse Kant Klos Kring” (AKKK) ontstond. Ik, mevrouw Simonne Cloots-Anthierens aanvaardde het voorzitterschap voor één jaar en samen met vijf bedreven kantklossters bleef ik de voorzitster gedurende 21 jaar. Ik ben nog steeds actief als ere-voorzitster.Ondertussen groeide het aantal leden gestaag en werd in 1981 de naam “AKKK” vervangen door “DE VLASBLOMME” verwijzend naar de vlasdraad, tot op heden de meest gebruikte draad om kant te klossen.
In 1985 verschijnt in het Belgisch Staatsblad dat “DE VLASBLOMME” een vzw. werd.Op 4 juni 1999 neemt een nieuwe ploeg het bestuur over onder de leiding van mevrouw Cécile Van Hoecke.

De eigenlijke club

Elke eerste donderdag van de maand is er een club bijeenkomst waarop alle leden uitgenodigd worden, vrouwen en mannen, jong en minder jong, uit alle lagen van de bevolking, ongeacht religie, afkomst of politieke overtuiging. Het aantal varieert tussen de 80 à 140.De clubleden zijn verplicht hun gouden bloem, geklost in gouddraad, ontworpen door mevrouw Maria Coenen, te dragen. Deze bloem is speciaal en exclusief en mag door niemand in gouddraad worden nagemaakt.Wie de bloem vergeet op te spelden tijdens de clubvergaderingen ziet zich verplicht een kleine boete te betalen aan onze mascotte “beertje Bobke”.Het zijn zeer gezellige avonden waar kantitems en alle nieuwsjes en wetenswaardigheden de volle aandacht genieten. Nationale en internationale tentoonstellingen worden besproken, georganiseerd en ook bezocht.De clubleden kunnen beschikken over een uitgebreide bibliotheek met de nieuwste boeken op de kantmarkt. De door de leden afgewerkte kantwerken worden tijdens de clubvergaderingen voorgesteld, van de nodige commentaar voorzien en bewonderd. Dit werkt erg stimulerend.
Het atelier

Een maal per maand is er het atelier waar de clubleden en de cursisten kunnen klossen aan een werk naar keuze en waar ze ook met raad en daad bijgestaan worden. Tijdens het atelier worden ook nieuwe technieken getoond, uitgeprobeerd en ingeoefend.

De cursussen

“De Vlasblomme” heeft de mogelijkheid een brede waaier kantcursussen aan te bieden. Deze worden ingericht afhankelijk van de vraag en het aantal kandidaten. Bijna alle leden hebben het merendeel van de bestaande cursussen gevolgd  en zijn dus bekwaam o.a. stropkant – cluny-guipure – Brugs bloemwerk fijn en grof – Vlaanderse – Chrysanten – Florentijnse – Rococo – Venetiaanse – Schneebergse – Milanese – Parijse of Turnhoutse – Binche -Mechelse – creatieve of hedendagse, zowel figuratief als non-figuratief te klossen en ook nog in de naaldkant. Sinds september kan men ook kant leren tekenen met computer onder de leiding van mevrouw Hilde Vandevelde en de Heer Willy Salaets.De lessen gaan door in de refter van de school “Het Elzenhof” van de stad Aarschot.

Realisaties

We organiseerden – diverse tentoonstellingen – open deur dagen – en kantwedstrijden.
In de loop der jaren heeft “DE VLASBLOMME” ook verschillende mappen met kantpatronen, eigenontwerpen en technische tekeningen uitgegeven, waaronder :
– 20 verschillende kruisjes (verschillende leden)
– Kragen in diverse maten en kantsoorten (verschillende leden)
– Stropkant voor tafellinnen (mevrouw Josée Salaets-Oostens)
– Series wenskaarten met kantbloemen (verschillende leden)
– Boeket met verschillende kantbloemen aangeboden aan de voorzitster ter gelegenheid van 10 jaar bestaan van de club (elk lid maakte een bloem)
– Altaardoek en sluier voor het Onze Lieve Vrouwe beeld van de O.L.Vr. kerk te Aarschot ter gelegenheid van het 650 jarig bestaan van de kerk.
– Map met oude kanten herwerkt en hertekend uit de privé-collectie van de heer Paul Verstraete uit Brugge.
– 2008 – ter gelegenheid van de Open Deur Kanttentoonstelling – kantmap : kant in onderzetters. 35 afbeeldingen prikpatronen en technische tekeningen (verschillende leden)

Besluit

Er bestaat tegenwoordig niet enkel een zeer grote interesse voor de kanttechniek, maar ook voor het boeiend economisch aspect van het klossen en de mogelijkheid om zelf een kunstwerk te creëren.Dit bewijst dat de mens van vandaag bewust leeft en zich volop kan verdiepen in datgene wat hem intrigeert. De kantklosster/ser geniet van haar/zijn werk en ziet het tevens als een algemene ontwikkeling.Er wordt gezocht naar vernieuwing in het spel met kleur en draadstructuren. Zij/hij krijgt door het volgen van verschillende cursussen de mogelijkheid zich in te wijden in een brede waaier van technieken. Dit komt ten goede aan de mogelijkheid om unieke eigen ontwerpen te creëren en aan de ontwikkeling van haar/zijn persoonlijkheid met een specifieke vormgeving en expressie van de hedendaagse kant.Ook het tekenen van kantpatronen door middel van de computer opent een nieuw perspectief voor iedereen.

Dit was het dus waarvan ik denk dat het de moeite loont om te laten horen en zien waar België groot in is. Ik hoop dat we hiermee de kans krijgen om deel te nemen aan het programma met de voorstelling van onze club.

Het zou voor mij een eer zijn mijn club te mogen voorstellen. Ik dank u bij voorbaat wat het antwoord ook mag wezen, feliciteer de ganse ploeg met het resultaat van de uitzending en groet U heel hartelijk.

Simonne Anthierens
Ere-voorzitster